Het NRC plaatste eergisteren
onder de kop «Dreigt
er geweld in Catalonië? - en elf andere vragen over het
referendum» van de hand van 'oud-correspondent Merijn de
Waal' over de dreigende situatie in Catalonië. Zoals zo vaak
het geval is bij dit soort artikelen roepen de antwoorden bij
de vragen weer andere vragen op, die hier niet beantwoord
worden.
Ik neem daarom de vrijheid dit artikel
hier -onbezoldigd- aan te vullen, waarbij ik de nummering van
het NRC-artikel volg.
1. Nadat de fascistische dictator Franco
(die de Spaanse burgeroorlog (1936-1939) kon winnen dankzij de
steun van de Duitse nazi's en de Italiaanse fascisten, en de
passieve steun van de meeste andere landen, uitgezonderd
Mexico en de USSR, die de andere kant opkeken, omdat ze bang
waren voor oorlog met Hitler en die vooral niet wilden
irriteren) werd langzaam begonnen met de 'Transición' (=
overgang), naar Democratie. Hierbij werd het mogelijk
politieke partijen op te richten, ofschoon dat in het begin
beperkt bleef tot de AP (Alianza Popular), die in 1989
omgedoopt werd tot PP (Partido Popular).
De AP probeerde zoveel mogelijk de
franquistische ideeën in een democratisch-achtig jasje te
gieten. Hiertoe werd een nieuwe grondwet geschreven, waarover
het volk in 1978 per referendum kon beslissen. Dit referendum
was een kwestie van "alles of niets", men was vóór of tegen de
hele grondwet. Na bijna 40 jaar dictatuur was de bevolking
niet gewend aan democratische zaken (pas in de door Franco
geaborteerde Tweede Spaanse Republiek [1931-1939] was er in
Spanje een begin gemaakt met een democratische inrichting van
het land) en een aanzienlijk deel van de bevolking zal
ongetwijfeld bang geweest zijn om tegen een voorstel van de
overheid te stemmen.
De formele reden die de PP-er Rajoy (de
postfascistische minister-president) aanvoert tegen het
Catalaanse onafhankelijksstreven is dat Spanje «Una, Grande y
Libre» (Eén, Groot en Vrij) zou moeten zijn (dit staat ook met
andere woorden in de grondwet van 1978.
De nevenstaande
foto kreeg ik van een vriendin uit de Barcelonese wijk Gràcia.
De tekst op het spandoek heeft de ondeelbaarheidsspreuk een
beetje aangepast tot «URNA, grande y libre» (Grote en Vrije
STEMBUS), met de toevoeging "Sí o sí" (Ja of ja).
2. Op de Balearen en in Valencia wordt
ook Catalaans gesproken (dit is al jaren geleden vastgesteld door de
Real Academia (in Madrid).
Een ander verschil tussen Catalonië en de rest van Spanje is dat Catalonië veel korter bezet is
geweest door de Arabieren (“Moren”, wat ook van invloed is
geweest en nog is op de Catalaanse cultuur, waardoor Catalonië
(zeker in de steden) “Europeser” overkomt dan de rest van
Spanje.
3. De geschiedenis van het ontstaan en de
onderdrukking van Catalonië zit heel wat gecomliceerder in
elkaar dan hier geschetst wordt, maar ik wil hier alleen nog
benadrukken dat door de troepen van de Borbones [Spaanse
'spelling' van de Franse Bourgons] een groot deel van
Barcelona met de grond gelijk werd gemaakt.De bovenstaande foto toont een opgegraven
gedeelte van een door de Borbones verwoeste wijk.
5. Het artikel omschrijft de PP als “centrum-rechts”, maar dat
is een veel te neutraal klinkende omschrijving. Deze partij is
in werkelijkheid
conservatief en post-fascistisch. De PP hanteert namelijk veel
van het gedachtenslecht van Franco.
Zo is er nog steeds geen daadwerkelijk eerherstel van de
slachtoffers van Franco (de PP probeert waar mogelijk nog
steeds de massagraven uit de dictatuur en de burgeroorlog
gesloten te houden) en de medeplichtigen van Franco en hun
nazaten zijn nog steeds vrijgesteld van vervolging. (Zo is
Franco's laatste Minister van Binnenlandse Zaken Manuel Fraga
Irribarne tot 2005 president geweest van de Galicische Xunta
(deelregering).
6. Door de provocaties en dreigementen van Rajoy en zijn
régime neemt het aantal mensen (ook niet-Catalanen!) dat zich
van Spanje wil afscheiden, alleen maar toe (zoals ik weet van
diverse kennissen in Barcelona).
El
Nacional van 27 dezer beschrijft hoe de Baskische
parlementariër Mikel Legarda in het Congreso de los Diputados
(Parlement) de huidige Minister van Binnenlandse Zaken Juan Ignacio Zoido) zijn
plaats wijst door aan te tonen dat zijn maatregelen van de
inzet van politie en Guardia Civil in Catalonië illegaal zijn.
De door hem toegepasten artikelen 38 en 42 van de «Wet inzake
de Veiligheidsdiensten» was weliswaar van toepassing op het
eerdere Catalaanse «Estatut» van 1979, maar nadrukkelijk niet
op het «Estatut» van 2006! Uiteindelijk weet Zoido niet veel meer te zeggen dan dat het in Catalonië niet gaat om een uitzonderingstoestand. "Het spijt me het niet eens te zijn en ik voel me daar trots op, maar ik zeg u dat dit niet strijdig is met de grondwet". De aanwezigheid van politie-eenheden "zal gehandhaafd blijven zolang als deze nodig is om te waarborgen dat de wet opgevolgd wordt, de rechten gerespecteerd worden en de vrijheden gewaaarborgd zijn".
Overigens heeft Rajoy in 2006 (toen José Luis Rodríguez
Zapatero -tot 2011- nog Eerste Minister was) zélf een
referendum willen laten houden over een evt. afscheiding van
Catalonië, ofschoon de Spaanse grondwet toen ook al sprak over
een ondeelbare eenheid van Spanje… (zie Público van 15 september 2017) Op deze manier wilde hij
het «Estatut» van 2006 afzwakken of laten intrekken, wat hem
toen niet lukte, pas nadat hij zelf in 2011 premier werd. Het
is juist tegen de maatregelen van Rajoy om het «Estatut» uit
te kleden, dat de Diada's vanaf die tijd tot kolossale
manifestaties uitgroeiden!
8. Rajoy zal niet inbinden. Hij rent vooruit als een blinde
stier met een brandende staart. Hij heeft immers niets te
verliezen. Als hij zou inbinden, zou hij ten onder gaan als
leider van een criminele corrupte bende (tegen de PP lopen
meer dan 100 rechtszaken wegens corruptie), en als de
Catalanen hun referendum zouden annuleren (wat ze beslist niet
zullen doen), wordt Rajoy de held van Spaans fascisme, rechts
en RK kerk (die voor een groot deel nog Franco-fiel is, omdat
Franco de RK secte tot staatskerk gemaakt had), waardoor hij,
als Franco 2.0, de corruptieschandalen van de PP kan
vrijstellen van rechtsvervolging.
De middenweg van een federaal Spanje is -anders dan het NRC
meldt- wél verkend, maar elk voorstel van de
Catalaanse regering om te komen tot een of andere vorm van
meer zelfbeschikking werd door het centralistische PP-régime
van de tafel geveegd, zodat als laatste optie uiteindelijk de
onafhankelijkheid is gekozen.
9. ETA was een anti-franquistische verzetsgroep, die na de
verdwijning van de dictator niet vrijgesteld werd van
strafvervolging, terwijl aan de oorlogsmisdadigers van Franco
wel onmiddellijk “amnestie” werd verleend. Wanneer ETA die ook
gekregen had (hun optreden was tenslotte begonnen als verzet
tegen de fascistische dictator) zouden er een heleboel
ETA-doden voorkomen zijn.
Overigens kan het geen kwaad eraan
te herinneren dat het verkeersterrorisme in Spanje jaarlijks
méér dan 800 levens eist!
10. Spanje was (sedert 1931) een republiek, dus ook toen
Franco in 1936 zijn staatsgreep pleegde. Franco heeft de
monarchie weer ingevoerd, en daarbij heeft hij Juan Carlos
laten zweren loyaal te zijn aan Franco en dat hij
“de grondbeginselen van de Movimiento” [de fascistische
beweging] zou “respecteren” (3:05-3:15 in deze YouTube-opname). De Spaanse republiek is dus in feite nog steeds een
fascistische monarchie!
De rol van Juan Carlos bij de staatsgreep van Tejero is nog
steeds niet helemaal helder, en het is in ieder geval zeer de
vraag of zijn optreden daarbij wel zo heldhaftig was.
zaterdag 30 september 2017
vrijdag 24 maart 2017
"Uitdagingen", meneer (?) Dijsselbloem
Jaja, het houdt niet op dat geklungel van de PvdA en PvdA-ers, ook als ze een belangrijke functie hebben bij de EU. Bert Wagendorp (in de Volkskrant) vindt de internationale reacties kennelijk allemaal overtrokken, en hij qualificeert Dijsselboef als een "succesvolle minister van Financiën" en in de Eurogroep "een rechtlijnige Hollandse calvinist". Nou weet ik niet precies wat ik daaronder moet verstaan, want in het algemeen heb ik niet bepaald bewondering voor de calvinistische trekjes die in Nederland (beslist niet alleen in Holland, meneer Wagendorp!) niet uit te roeien zijn. Wagendorp is het er kennelijk mee eens dat "de burgers [...] zware offers [moeten] brengen" voor het oplossen van de begrotingsproblemen van de lidstaten.
Het is wel duidelijk (lijkt mij) dat Wagendorp aan de kant staat van de neoliberale uitvreters (de "1%"), die zichzelf verrijken over de rug van de arbeidersklasse (de "99%"), waaronder uiteraard ook de eveneens uitgebuite ZZP-ers en kleine middenstanders vallen).
Volgens Wagendorp gebruikte Dijssel maar een metafoor - maar dat was dan ook wel een heel lompe metafoor, die in elk geval niet getuigt van een hoge mate van Dijsselboefse intelligentie. Ik vind dat die Dijssel in zijn functie beter na had moeten denken voordat hij zo'n lompe metafoor (?) te berde bracht.
En nu zit hij dus "in de problemen" volgens Wagendorp. Het is de columnist zeker ontgaan dat dat woord tegenwoordig niet meer gebruikt wordt. In Nieuwspraak heet dat tegenwoordig "uitdagingen", dus ik vind dat Dijsselbloempje daar maar eens aan moet gaan werken.
Zie bijv. Elsevier van 22 dezer voor een minder voorgekleurde beschrijving van de discussie.
zaterdag 18 maart 2017
Alleen PVV-aanhangers vertrouwen de stembusuitslag niet?
Volgens een onderzoek van de NRC (van gisteren) kan de verkiezingsuitslag van 15 maart niet kloppen volgens aanhangers van de PVV.
Het verbaast me grotelijks dat alleen PVV-aanhangers voldoende inzicht hebben om tot deze conclusie te komen, want in feite klopt er geen bal van deze hele verkiezingen (en trouwens van alle verkiezingen in het recente verleden), want bijna alle partijen hebben campagne gevoerd met slechts een gedeelte van hun agenda, met leugens en valse beloften of met onzin-argumenten, zoals Buma met zijn geneuzel over het staandebeens moeten zingen van het leugenachtige "volkslied" - wat me trouwens erg doet denken aan het in het verleden zo driftig bekritiseerde indoctrineren van schoolkinderen in Oost-Europa.
Her is overigens niet alleen een gegeven dat de beloften en toezeggingen van de meeste (parlementaire) politieke partijen niet of slechts gedeeltelijk (en dat is uiteindelijk hetzelfde als niet!) klopten, maar ook dat de kiezers vaak geen flauw benul hadden van wat ze konden verwachten van het door de partijen beoogde beleid. Dat is natuurlijk gedeeltelijk te wijten aan de informatie en vooral DESinformatie van de gelijkgeschakelde pers, waarbij politici van alle kanten de mogelijkheid krijgen om hun valse beloften en leugens te herhalen, terwijl er niet of nauwelijks aandacht wordt besteed aan het wanbeleid en de gebroken beloften van diezelfde politici of hun partijen. Maar ook mag het simpele gebrek aan belangstelling van de zijde van het electoraat niet over het hoofd gezien worden!
Die desinteresse is ongetwijfeld voor een groot deel het gevolg van de "regeringen", die vanaf eind van de jaren 1970 (eerst voorzichtig en beetje bij beetje, maar later steeds openlijker en sneller) de -door de Nederlandse bevolking na de Tweede Wereldoorlog met bloed, zweet en tranen opgebouwde- Nederlandse welvaartsstaat afgebroken hebben, waardoor het vertrouwen in "de politiek" verdwenen is. Men schijnt hierbij te vergeten dat het allemaal nog steeds véél meer verslechterd kan worden...
Zou het echt nodig zijn om te wachten totdat de door Karl Marx verwachten Verelendung een feit is en we niets meer te verliezen hebben, waardoor het proletariaat (de arbeidersklasse) daadwerkelijk in opstand zou kunnen komen?
Het verbaast me grotelijks dat alleen PVV-aanhangers voldoende inzicht hebben om tot deze conclusie te komen, want in feite klopt er geen bal van deze hele verkiezingen (en trouwens van alle verkiezingen in het recente verleden), want bijna alle partijen hebben campagne gevoerd met slechts een gedeelte van hun agenda, met leugens en valse beloften of met onzin-argumenten, zoals Buma met zijn geneuzel over het staandebeens moeten zingen van het leugenachtige "volkslied" - wat me trouwens erg doet denken aan het in het verleden zo driftig bekritiseerde indoctrineren van schoolkinderen in Oost-Europa.
Her is overigens niet alleen een gegeven dat de beloften en toezeggingen van de meeste (parlementaire) politieke partijen niet of slechts gedeeltelijk (en dat is uiteindelijk hetzelfde als niet!) klopten, maar ook dat de kiezers vaak geen flauw benul hadden van wat ze konden verwachten van het door de partijen beoogde beleid. Dat is natuurlijk gedeeltelijk te wijten aan de informatie en vooral DESinformatie van de gelijkgeschakelde pers, waarbij politici van alle kanten de mogelijkheid krijgen om hun valse beloften en leugens te herhalen, terwijl er niet of nauwelijks aandacht wordt besteed aan het wanbeleid en de gebroken beloften van diezelfde politici of hun partijen. Maar ook mag het simpele gebrek aan belangstelling van de zijde van het electoraat niet over het hoofd gezien worden!
Die desinteresse is ongetwijfeld voor een groot deel het gevolg van de "regeringen", die vanaf eind van de jaren 1970 (eerst voorzichtig en beetje bij beetje, maar later steeds openlijker en sneller) de -door de Nederlandse bevolking na de Tweede Wereldoorlog met bloed, zweet en tranen opgebouwde- Nederlandse welvaartsstaat afgebroken hebben, waardoor het vertrouwen in "de politiek" verdwenen is. Men schijnt hierbij te vergeten dat het allemaal nog steeds véél meer verslechterd kan worden...
Zou het echt nodig zijn om te wachten totdat de door Karl Marx verwachten Verelendung een feit is en we niets meer te verliezen hebben, waardoor het proletariaat (de arbeidersklasse) daadwerkelijk in opstand zou kunnen komen?
Abonneren op:
Posts (Atom)