vrijdag 24 maart 2017

"Uitdagingen", meneer (?) Dijsselbloem



Jaja, het houdt niet op dat geklungel van de PvdA en PvdA-ers, ook als ze een belangrijke functie hebben bij de EU. Bert Wagendorp (in de Volkskrant) vindt de internationale reacties kennelijk allemaal overtrokken, en hij qualificeert Dijsselboef als een "succesvolle minister van Financiën" en in de Eurogroep "een rechtlijnige Hollandse calvinist". Nou weet ik niet precies wat ik daaronder moet verstaan, want in het algemeen heb ik niet bepaald bewondering voor de calvinistische trekjes die in Nederland (beslist niet alleen in Holland, meneer Wagendorp!) niet uit te roeien zijn. Wagendorp is het er kennelijk mee eens dat "de burgers [...] zware offers [moeten] brengen" voor het oplossen van de begrotingsproblemen van de lidstaten. 

Het is wel duidelijk (lijkt mij) dat Wagendorp aan de kant staat van de neoliberale uitvreters (de "1%"), die zichzelf verrijken over de rug van de arbeidersklasse (de "99%"), waaronder uiteraard ook de eveneens uitgebuite ZZP-ers en kleine middenstanders vallen). 

Volgens Wagendorp gebruikte Dijssel maar een metafoor - maar dat was dan ook wel een heel lompe metafoor, die in elk geval niet getuigt van een hoge mate van Dijsselboefse intelligentie. Ik vind  dat die Dijssel in zijn functie beter na had moeten denken voordat hij zo'n lompe metafoor (?) te berde bracht.

En nu zit hij dus "in de problemen" volgens Wagendorp. Het is de columnist zeker ontgaan dat dat woord tegenwoordig niet meer gebruikt wordt. In Nieuwspraak heet dat tegenwoordig "uitdagingen", dus ik vind dat Dijsselbloempje daar maar eens aan moet gaan werken.

Zie bijv. Elsevier van 22 dezer voor een minder voorgekleurde beschrijving van de discussie.

zaterdag 18 maart 2017

Alleen PVV-aanhangers vertrouwen de stembusuitslag niet?

Volgens een onderzoek van de NRC (van gisteren) kan de verkiezingsuitslag van 15 maart niet kloppen volgens aanhangers van de PVV.

Het verbaast me grotelijks dat alleen PVV-aanhangers voldoende inzicht hebben om tot deze conclusie te komen, want in feite klopt er geen bal van deze hele verkiezingen (en trouwens van alle verkiezingen in het recente verleden), want bijna alle partijen hebben campagne gevoerd met slechts een gedeelte van hun agenda, met leugens  en valse beloften of met onzin-argumenten, zoals Buma met zijn geneuzel over het staandebeens moeten zingen van het leugenachtige "volkslied" - wat me trouwens erg doet denken aan het in het verleden zo driftig bekritiseerde indoctrineren van schoolkinderen in Oost-Europa.

Her is overigens niet alleen een gegeven dat de beloften en toezeggingen van de meeste (parlementaire) politieke partijen niet of slechts gedeeltelijk (en dat is uiteindelijk hetzelfde als niet!) klopten, maar ook dat de kiezers vaak geen flauw benul hadden van wat ze konden verwachten van het door de partijen beoogde beleid. Dat is natuurlijk gedeeltelijk te wijten aan de informatie en vooral DESinformatie van de gelijkgeschakelde pers, waarbij politici van alle kanten de mogelijkheid krijgen om hun valse beloften en leugens te herhalen, terwijl er niet of nauwelijks aandacht wordt besteed aan het wanbeleid en de gebroken beloften van diezelfde politici of hun partijen. Maar ook mag het simpele gebrek aan belangstelling van de zijde van het electoraat niet over het hoofd gezien worden!

Die desinteresse is ongetwijfeld voor een groot deel het gevolg van de "regeringen", die vanaf eind van de jaren 1970 (eerst voorzichtig en beetje bij beetje, maar later steeds openlijker en sneller) de -door de Nederlandse bevolking na de Tweede Wereldoorlog met bloed, zweet en tranen opgebouwde- Nederlandse welvaartsstaat afgebroken hebben, waardoor het vertrouwen in "de politiek" verdwenen is. Men schijnt hierbij te vergeten dat het allemaal nog steeds véél meer verslechterd kan worden... 

Zou het echt nodig zijn om te wachten totdat de door Karl Marx verwachten Verelendung een feit is en we niets meer te verliezen hebben, waardoor het proletariaat (de arbeidersklasse) daadwerkelijk in opstand zou kunnen komen?

vrijdag 17 maart 2017

Onze "democratie" moet dringend vernieuwd worden

Democratie wordt in het algemeen gedefinieerd als "de wil van het volk".

In mijn hele leven is slechts gedurende één regeringsperiode (1973-1977, regering Den Uyl) rekening gehouden met mijn stem. En ik ken redelijk wat mensen die in dezelfde situatie verkeren.
Daarnaast zijn er veel mensen die weliswaar gekozen hebben voor een partij, die daadwerkelijk in de regering kwam, maar welke partij daarna een heel andere politiek steunde dan ze vóór de verkiezingen beloofd had (en ik denk met name aan de PvdA onder Wouter Bos, Job Cohen en Diederik Samsom - en eigenlijk al onder Wim Kok).

Onbegrijperlijkerwijs blijven veel mensen toch waarde hechten aan de beloften van partijen, ofschoon die er al diverse keren blijk van hebben gegeven dat ze een heel andere agenda nastreven dan wat ze beloofd hadden (denk bijv. ook aan de PVV die de AOW-leeftijd beslist op 65 wilde houden, maar dat punt meteen na de verkiezingen liet vallen - zie mijn artikel Kiezersbedrog? Ik noem het contactbreuk! van 10 juni 2010), waarmee deze misleide kiezers ervoor zorgen dat zijzelf, maar ook degenen die wel bewust een heel andere keus gemaakt hebben, verder meegesleept worden naar de afgrond van uitbuiting en armoede.

Er zijn intussen véél te véél mensen die tussen wal en schip vallen, die geen geld hebben om de "eigen bijdragen" te betalen voor dringend noodzakelijke gezondheidszorg, die onvoldoende (of soms zelfs geen) thuiszorg krijgen en daarom afhankelijk zijn van hulp van hun kinderen, andere familieleden of vrienden, die intussen ook nog voor hun eigen gezinnen moeten zorgen, een eigen baan hebben en misschien op een behoorlijke afstand wonen, en bovendien niet opgeleid zijn voor dit werk. En de laatste jaren heb ik te vaak ouderen horen zeggen dat ze zich "schuldig" voelen omdat ze anderen belasten, en als dan minister Edith Schippers dan ook nog komt met haar zelfmoordpil voor mensen wier leven "voltooid" is, dan is de optelsom gauw gemaakt...

Het redelijkste zou zijn om iedereen  te laten "genieten" van de politiek die hij/zij zelf gekozen heeft op basis van zijn/haar "vrije wil", onverschillig of die "vrije wil" nu op bewuste overwegingen of op een onderbuikgevoel gebaseerd is.

Daarom zou ik willen voorstellen om de verkiezingen voortaan niet langer geheim te houden. Op alle stembiljetten moet het BSN van de stemmer vermeld zijn, zodat er door de nieuw-gekozen "regering" rekening gehouden kan worden met de voorkeuren van de stemmers.

Op deze manier kunnen degenen die voor bepaalde partijen gestemd hebben ook genieten van (lees: opdraaien voor de gevolgen van) hun keuze (ik denk maar aan de VVD die nog steeds achter hun ZorgverZIEKeringswet staat); en degenen die een andere keus gemaakt hebben (bijv. SP-stemmers) kunnen dan beginnen met het door haar voorgestelde Nationaal Zorgfonds.
En degenen die niet gestemd hebben (zonder geldig excuus) ondergaan gewoon de beslissingen van de "regering" van dienst.

Wanneer de kiezers niet leren van hun keuzes in het verleden - en van de besluiten van de diverse partijen - dan moeten ze zelf maar opdraaien voor de gevolgen daarvan. Misschien werkt dat wel...

Overigens: dit klinkt misschien erg eng, want de verkiezingen zijn juist "geheim" om te voorkomen dat de "regering" mensen vervolgt op grond van hun politieke voorkeuren (net zoals halverwege de 20e eeuw communisten geweigerd werden voor werk in overheidsdienst), maar je mag van mij aannemen dat allang bekend is (dankzij "datamining") wat wij allemaal denken... ook zonder het onlangs goedgekeurde "sleepnet".


P.S.: Het bovenstaande klinkt misschien erg eng, maar wanneer we aan blijven modderen zoals nu, dan heeft het ook geen zin om nog te stemmen, want iedereen die nog een beetje kritisch kan nadenken ziet dat de verkiezingsuitslagen niet leiden tot resultaten die de belangen van de meerderheid van de bevolking vertegenwoordigen. Zo'n 80% van de stemmen wordt op "verkeerde" partijen uitgebracht. Mocht iemand een andere (betere) oplossing zien voor dit probleem, dan hoor ik dat graag!

zondag 5 maart 2017

Is die Buma (CDA) nou helemaal van zijn pot gepleurd?

In andere onderdelen van de gecontroleerde Nederlandse pers wordt het ergens tussen plannetjes van andere partijen vermeld, maar op de websites van de nationale propaganda-organen bij uitstek (het NOS-journaal en het Jeugdjournaal) krijgt het nieuws een eigen artikel: Buma vindt dat kinderen het "Wilhemlmus", het zogenaamde Nederlandse volkslied, moeten leren zingen en dat ze dat ook staand moeten doen; dat ze dit "Wilhelmus" en ook koning en -in moeten respecteren.

Over het laatste kan ik kort zijn: ik vind dat iedereen gerespecteerd moet worden, als persoon, maar niet omdat ze een bepaalde status hebben - en zeker niet die van koning(in), omdat ze daar niet verdienstelijks voor gedaan hebben. Hun status is ons door het Congres van Wenen opgelegd, en het Nederlandse volk heeft er zeker niet voor gekozen om een dure familie te moeten onderhouden (ook al wordt door regelmatige enquêtes dan ook "aangetoond" dat wij er tevreden over zouden zijn)...

Waarmee ik het echter volstrekt niet eens ben is dat het "Wilhelmus" een volkslied is. Dat is absoluut niet het geval, want het is niets meer (en onverschillig of de tekst nu geschreven is door Manke Nelis of een of andere Marnix) dan een poging om Willem van Oranje op een schijnheilige manier op te poetsen. Ofschoon hij zijn koning, de Spaanse, verraden had (waarvoor hij dan ook conform de toenmalige gebruiken volgelvrij verklaard en ter dood gebracht werd (en niet vermoord!), wordt beweerd dat hij de koning van Hispanië altijd geëerd had.

Het "Wilhelmus" zou eventueel kunnen dienen als lijflied voor Willem Alexander, wiens bloed inderdaad (als we uitgaan van de officiële, formele afstamming) voor zo'n 90% Duits is, en die eigenlijk met zijn achternaam Van Nassau zou moeten heten (De Oranjes zijn al enkele eeuwen uitgestorven en de huidige Oranjes stammen af van een Friese zijtak van de Nassaus).

Het feit dat Wilhelmina in 1932 (en eigenlijk al in 1898) van het toenmalige Nederlandse volkslied ("Wien Neêrlands bloed [door d'aderen vloeit]) afwilde is begrijpelijk, gezien haar (formele) Duitse bloed, en misschien ook wel gezien haar vroomheid, want het "Wilhelmus" had veel meer alleluya-coupletten dan "Wien Neêrlands bloed", maar een volkslied was -en is- het in ieder geval niet.

De vraag is, waarom Buma ineens met dit voorstel is gekomen, maar misschien hoopt hij dat op deze manier het christelijke (bij)geloof in toekomstige generaties weer een grotere rol gaat spelen. Misschien wil hij op deze manier ook wel een Nederlands saamhorigheidsgevoel bevorderen, zeg maar het nationalisme stimuleren. Datzelfde zie ik ook bij dat speciale respect voor de koning - en uiteraard moet van hem majesteitsschennis strafbaar blijven. Waarom? Burgers mogen wel van alle kanten beledigd en misbruikt worden, terwijl iemand die een heel leger (de "koninklijke" landmacht) heeft om hem te beschermen, en alle speeltjes krijgt die hij wil niet bekritiseerd mag worden?

woensdag 1 maart 2017

Rechts en extreemrechts in de neoliberale context



Het volgende artikel, van de hand van Javier Segura, geschiedenisleraar, werd op 30 januari dit jaar gepubliceerd in Público en met toestemming hier door mij overgenomen [vertaald door mijzelf]. Ziehier voor de originele (Spaanstalige) versie van dit artikel.


De troonbestijging van Donald Trump als president van de Verenigde Staten bekrachtigt het proces van radicale verrechtsing dat vanuit de Verenigde Staten de wereldpolitiek vanaf de jaren 80 van de voorbije eeuw beroert. Voor Europees extreemrechts, dat dit jaar met een grote waarschijnlijkheid van succes tegelijk meedoet in de verkiezingen in Frankrijk, Duitsland en Nederland, betekent dit een spectaculaire steun in de rug.

Er bestaat een denkbeeldig collectief , dat een duidelijk onderscheidt vaststelt tussen rechts en extreemrechts, waarbij het eerste geassocieerd wordt met politiek fatsoen en het tweede met de autoritaire arrogantie en/of het intimerend gedrag van de “haat-activisten". Ik permitteer mezelf een historische schets te maken als bijdrage aan het debat betreffende deze “fundamentalistische doorbraak “, met uw welnemen.

Laten we eens kijken: Naast historische wisselvalligheden, berust het wezenlijke onderscheid tussen de metaforen “rechts en links” in de verschillende benadering van de sociale gelijkheid en ongelijkheid. In het algemeen interpreteert  links de sociale ongelijkheid niet alleen als een moreel onrecht, maar als het onvermijdelijke gevolg van de uitbuiting van de arbeidskracht door de private kapitalistische onderneming. Rechts daarentegen beschouwt die ongelijkheid als iets dat aangeboren is voor de mens, en daarom hoeft er niet gepleit te worden voor het uitbannen van die ongelijkheid.

De stroming die momenteel rechts draagt is het neoliberalisme, vrucht van de “conservatieve revolutie”, waarin de hoofdrol gespeeld werd door president Ronald Reagan in de Verenigde Staten (1980-1989) en eerste minister Margaret Thatcher in Groot-Brittannië (1979-1990). Het werkelijke doel van dit “complot van de bevoorrechten”, dat door de banken van Wall Street en de Federal Reserve in de Verenigde Staten, en de belangrijkste transnationale bedrijven en internationale financiële organisaties zoals de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds bekokstoofd werd, was een omwerking van de macht van de bedrijfs- en financiële élites door middel van een progressieve ontmanteling van de Welzijnsstaat en daarnaast het opleggen van een passend kader voor de vermarkting van de publieke goederen, de ontwaarding van de arbeidsrechten en het waarborgen van een voorkeursbehandeling voor het privé grootkapitaal. Met andere woorden, om het model van kapitaalaccumulatie door de onteigening van de burgers te consolideren, des te doeltreffender naarmate de werking van de sociale solidariteit gedeactiveerd is. Is dit rechts of ultrarechts?

Het geheel van angsten en onzekerheden tengevolge van de perverse combinatie van de “sociale ongelijkheid bij decreet”, de kaping van de democratie door de élites en de blootstelling van het “publieke” aan de corruptie van het geld, hebben gezorgd voor een voedingsbodem voor de groei van extreemrechts in de Verenigde Staten en Europa, ten koste van een aanzienlijk deel van de traditionele politieke ruimte van het zichtbaar aan het establishment verbonden conservatief rechts.

De strategie van extreemrechts is gebaseerd op de uitbuiting van de angst, die zij (extreemrechts) zelf aanwijst als de vijand die de nationale identiteit in gevaar brengt, om die zo te gebruiken als de zondebok van de sociale onvrede om op deze manier een heel programma van fobieën en haat te rechtvaardigen dat de samenhang van het volk onder druk zet.

Aangezien de vijand herkend moet worden als “anders” of “vreemd” in de cultureel homogene maatschappij, is het de vreemdeling die het beste voldoet aan deze voorwaarde, met name de buitenlandse vreemdeling, die op onfatsoenlijke wijze wordt gekoppeld aan de werkloosheid van de landgenoten, aan de ineenstorting van de openbare diensten of de criminaliteit; de vluchteling die op wrede wijze wordt uitgemaakt voor indringer en de moslim die op immorele wijze aan het yihadisme wordt gekoppeld. In dit paranoïde kader kan elke “afwijking” die men wil afkeuren of uitschakelen opgenomen worden in de lijst van verschrikkelijke bedreigingen (“voor de eigen identiteit”, voor “het systeem” of de “nationale eenheid), waartegen “we ons moeten beschermen”. Zo vormt dit overdreven idee van de "vijand" de basis van alle gemeenplaatsen van het ultrarechtse taalgebruik, afhankelijk van de organisaties met variabele intensiteit: xenofobie, racisme, islamofobie, homofobie, antifeminisme-vrouwenhaat, anticommunisme…, een complete infraculturele ideeënwereld, waarin men zich niet schaamt om de werkelijke betekenissen van de taal te vervalsen wanneer dit kan helpen om angst en haat te zaaien in de maatschappij. In deze sfeer dient de anti-élite rhetoriek (waarmee extreemrechts zich kan voorstellen als alternatief voor het systeem, terwijl het dat niet is) als ideologische aanvulling om de goedkeuring van de bevolking te verwerven. Let op! Deze anti-élite argumenten, waarin "de élites” verward worden met “het oligarchische régime van de partijen” (partijcratie)” en waarin deze allemaal even corrupt zijn, drukt een diepe minachting uit voor het democratisch pluralisme.

De bloei van extreemrechts kan niet alleen met de huidige crisis verklaard worden. Die komt van verder.

In de Verenigde Staten past deze radicale ultrarechtse wending in de koers die de Republikeinse Partij al sinds de jaren 1980 volgt, en die zich baseert op de fusie van de economische orthodoxie, het christelijke messianisme en het culturele nationalisme. Aan deze koers heeft Donald Trump nog de argumenten toegevoegd van het herstel van de grootsheid van de "Amerikaanse natie” en de schaamteloze vertoning van immoraliteit in de media.

In Europa zijn in de laatste tien jaren de extreemrechtse partijen spectaculair gegroeid en ze kunnen al rekenen op een krachtige institutionele aanwezigheid. Al deze partijen, vanaf degene die zonder complexen het oorlogszuchtige credo van het nazisme opvolgen (Jobbik in Hongarije, of Gouden Dageraad in Griekenland), tot degene die in oorsprong gekoppeld zijn aan het historische fascisme (Front National in Frankrijk), of degene die daar niet uit voortkomen, hebben met elkaar gemeen de basis-argumenten van het exclusieve nationalisme en ze hebben alle in Trump de transatlantische bondgenoot gevonden om de vrije tegel te kunnen geven aan hun eigen “patriotisme".

In Spanje is extreemrechts, naast de volksstammen die nog heimwee hebben naar het franquisme, volledig geworteld in het politieke spel van de Partido Popular, trouw bewaker van de “waarden” van de dictatuur (essentialistisch Spaans nationalisme, het Nationaal-Katholicisme) en natuurlijk vertegenwoordiger van het neoliberale credo.

Een groot gedeelte van de vooronderstellingen van extreemrechts is door klassiek rechts overgenomen, vooral voor wat betreft het beleid ten aanzien van de migranten, dat duidelijk discrimieert en "bestraffend" is, en van de repressie in het geval van de burgerlijke rechten en vrijheden. Beide rechtse stromingen hanteren dezelfde basiswaarden, zoals het idee van de privé-eigendom als basis van de maatschappij, de mythe van de natie als een hogere realiteit dan die van haar eigen inwoners, en de waardering voor de hiërarchie als inherent element van de maatschappij, iets wat gecamoufleerd wordt wanneer men uit eigenbelang zijn toevlucht neemt tot de betekenisloze kwalificatie van "populisme" om extreemrechts te definiëren en de politiek correcte afstanden aan te geven.

Op het door het neoliberalisme ontworpen toneel, vervult extreemrecht een functie: het verbergen van de werkelijke wortels van het maatschappelijk onrecht en van de crisis, om zo de mogelijkheid te neutraliseren dat men zou vragen naar de verantwoordelijkheid daarvoor van de mega-kapitalen, voor wie het – om zich op de commandobrug van de globalisering te handhaven – niet van belang is of er al dan niet nationalistische bewegingen bestaan. Wat extreemrechts doet is verdeeldheid zaaien tussen de verliezers in het neoliberale model, waardoor ze enerzijds de trots aanwakkeren dat ze zich superieur kunnen voelen, en anderzijds de woede van het volk richten op de meest kwetsbare groepen. Terwijl zo de oorlog tussen de armen wordt opgestookt, blijven de neoliberale kringen de koek onder elkaar verdelen, waardoor de maatschappelijke breuk steeds dieper wordt. Laten we de vinger op de wond leggen.