maandag 27 februari 2017

Rechtspraak [??? Kromspraak!] in Spanje (klassejustitie)

Wanneer Spanje geregeerd wordt door een partij die meer dan 3/5 van de parlementszetels bezet, dan mag de regeringspartij hoge functionarissen aanstellen zonder overleg met de andere partij. Daarvan heeft de postfascistische Mariano Rajoy driftig gebruik van gemaakt. Het gevolg daarvan is dat in Spanje een groot gedeelte van de rechters, officiers van justitie, enz. erg welwillend gestemd zijn tegenover de ideeën van de reeds meer dan 40 jaar geleden verdwenen (helaas in een ziekenhuisbed en op hoge leeftijd, terwijl hij tenminste onder ernstige pijnen had dienen te kreperen) dictator Francisco Franco en van diens erfgenamen van de postfascistische Partido Popular (PP).

Die partij met een meer dan 3/5 meerderheid kan uiteraard ook naar willekeur wetten uitvaardigen. Zo heeft de PP er ook voor gezorgd dat corruptie alleen in bepaalde gevallen gestraft mag worden, waardoor een groot aantal misdadigers ineens geen misdadigers meer zijn (ABC, 1 april 2015). Overigens, de politieke partij met het hoogste aantal corruptiegevallen is... de PP.

Dat dit niet zonder consequenties is (al zou het wel zo moeten zijn, want "recht = recht"), is de afgelopen dagen duidelijk gebleken. Zo is in de zaak "Nóos", waarbij Iñaki Urdangarin, de schoonzoon van ex-koning Juan Carlos, weliswaar in eerste instantie werd veroordeeld tot zes jaar en drie maanden gevangenisstraf, en zijn medeplichtige Diego Torres tot 8½ jaar cel. Die straffen zijn echter voorlopig opgeschort, totdat de Hoge Raad zich daar op een nog vast te stellen datum zal uitspreken. Intussen mag Urdangarin gewoon in zijn huis in Zwitserland blijven wonen, met de voorwaarde dat hij zich elke maand moet melden bij de Zwitserse justitie. Torres mag Spanje niet verlaten en moet zich maandelijks melden bij de dichtsbijzijnde rechtbank. Beiden moeten ook adreswijzigingen melden. De oorspronkelijk vastgestelde borgsom van € 200.000, resp. € 100.000 is niet opgeëist (Público, 23 februari 2017).

Prinses Cristina (die steeds heeft volgehouden dat ze nergens van wist, dat haar man dat alleen deed) is niet veroordeeld als medeplichtige, maar moet wel een boete van € 265.000 betalen, omdat ze wel meegeprofiteerd heeft.. Omdat ze in 2015 € 500.000 aan borgtocht heeft moeten betalen, krijgt ze dus geld terug. Cristina blijft overigens geloven in de "onschuld" van haar man. Público, 17 februari 2017, artikelen La sentencia de la infanta le sale a devolver, en La Casa del Rey expresa su "respeto absoluto a la independencia" del Poder Jucial).

Het Spaanse koninklijk huis heeft intussen zijn "absolute respect voor de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht" betuigd. (Público, het artikel La Casa del Rey [...] van 17 februari 2017).


Op 22 februari (toen nog niet bekend was dat Urdangarin niet de cel in hoefde) publiceerde het satirische weekblad El Jueves (het blad dat op woensdag verschijnt) de nevenstaande afbeelding op de voorpagina. De kop (in het geel) zegt "De prinses gaat naar de gevangenis" en in het tekstwolkje staat "Maar alleen op bezoek"). Cristina heeft laten weten dat ze misschien een zaak wil aanspannen tegen El Jueves. Volgens haar advocaat is dit "geen vrijheid van meningsuiting". El Jueves heeft hier voorlopig op gereageerd met een tweet met de tekst:

«De prinses wil een aanklacht indienen. "Wie weten van niets. Het onderwerp van de voorpagina's is het werk van onze mannen."» (El Periódico, 25 februari 2017).


(Het is overigens niet de eerste keer dat El Jueves op de voorpagina het koningshuis voor schut zet. Zie daarover bijvoorbeeld mijn artikel ¡Viva la República! van 15 november 2007.

Na deze duidelijke voorbeelden van klassejustitie roept de PP, op dezelfde dag waarop beslist wordt dat Urdangarin voorlopig niet naar de gevangenis moet, onder een groot deel van de Spanjaarden grote verontwaardiging op met de nevenstaande tweet: "Voor Justitie in ons land tellen achternamen en functies niet: wie iets doet, moet ervoor boeten". (Público, 24 februari 2017).

De laatste dagen zijn er overigens nog meer ongestrafte veroordeelden geweest in Spanje, zoals Miguel Blesa (6 jaar) en Rodrigo Rago (4 jaar), of Manuel López Bernal.

Denk niet dat de Spaanse rechters altijd lachwekkende straffen geven. In tegenstelling tot wat de PP suggereert, dat achternamen en (hoge) functies niet van invloed zijn, is de klassejustitie in Spanje nog veel alomtegenwoordiger dan in Nederland (*). Dat blijkt bijvoorbeeld uit de veroordeling van de Mallorcaanse rapper Valtonyc (Miguel Arenas). Hij is veroordeeld tot 3½ jaar gevangenisstraf en een schadevergoeding van € 3.000. Dat heeft hij ongetwijfeld te danken aan het feit dat hij in zijn liedjes fel uithaalt tegen rechts en de (Spaanse) monarchie, zoals in «No al Borbón» [dit verwijst naar Juan Carlos de Borbón Parma, de vorige Spaanse koning], waarin hij zich afvraagt wat "de Borbón" in Afrika gedaan had, olifanten jagen of naar de hoeren. In andere liedjes zou hij volgens de rechter het terrorisme verheerlijkt hebben, wat inderdaad het geval zou kunnen bij letterlijke beschouwing van sommige fragmenten, maar wie zijn teksten als geheel beschouwt kan niet meer constateren dan dat hij een (voor mijn gevoel bizar) zwarte humor heeft, niet ongebruikelijk bij rappers. (Público, 25 februari 2017)


(*) Wees niet verontwaardigd, want denk bijv. maar aan die slager die op de Leidsestraatweg aangereden werd door Máxima die "het terrein van ... Huis ten Bosch" ("privé" terrein dus) verliet en daarbij tegen een slager reed (Rotterdams Dagblad, 20.10.2001). Ofschoon Máxima uit een uitrit kwam en dus aan alle verkeer op de openbare weg voorrang had moeten verlenen, was volgens de Haagse rechtbank de slager nog schuldiger (voor ¾) dan Máxima (¼). Ondanks dat het volgens de rechtbank voor iedereen zichtbaar om een uitrit ging (Volkskrant, 3 juli 2003). Ik bedoel maar...

Geen opmerkingen: